Riposto: het begin van de Etna Oost Route
We vertrekken vanaf de zee, vanuit Riposto, een stadje dat zijn naam dankt aan de opslag van vaten. In de laatste eeuwen werden de vaten Etna-wijn opgeslagen (“riposte”) in de pakhuizen achter de haven voordat ze op de schepen werden geladen.
De haven wordt nu ook wel de haven van de Etna genoemd, omdat hij aan de voet van de vulkaan ligt.
In het midden van de begroeide kust van de Etna ligt de Riviera dei limoni, bekend om zijn uitstekende productie van citroenen, die in de vorige eeuw de broodwinning van de hele regio was.
De Etna-dorpen
Iets hoger ligt Giarre, dat zijn naam dankt aan de productie van de terracotta kruiken “giare” in de laatste eeuwen.
We verlaten de Riviera dei limoni, de kust aan de voet van de Etna, en naderen Santa Venerina, een klein stadje dat beroemd is om de productie van typisch Siciliaanse likeuren, zoals Limoncello en Mandarinetto, maar ook om de “Fuoco dell’Etna” (vuur van de Etna), een typische sterke likeur van de Etna.
Helaas is het dorp ook op een trieste manier bekend geworden: een aardbeving op 29 oktober 2002 (tijdens de zogenaamde perfecte uitbarsting die op 27 oktober 2002 begon) heeft het dorp zwaar beschadigd, waardoor het ook wel de “aardbeving van Santa Venerina” wordt genoemd.
Als we het gebied rond Zafferana Etnea naderen, komen we steeds meer plantages tegen met typische druiven van de Etna: Nerello Mascalese, Nerello Cappuccio, Carricante, Catarratto en Minnella.
Etna Oost op 700m: Milo Bos
Nog voor we 700 m hoogte bereiken, stuiten we al op een bijzonder gebied, het enige bos dat in het natuurgebied van het Etna Park op deze hoogte groeit, het Bos van Milo, weelderig en groen, dankzij de ligging in het midden van de kant van de Etna Oost die bijzonder rijk is aan regen door de luchtstromen die uit de zee opstijgen.
We rijden door het prachtige dorp Milo, het hoogste dorp aan deze kant, met zijn kerk in het centrum, op 720m.
Vervolgens doorkruisen we ook het gehucht Fornazzo op 824 m hoogte, de toegangspoort tot het natuurreservaat Parco dell’Etna. Ga verder naar het westen langs de enige toegangsweg aan de gehele noordoostkant van de Etna, een weg met een bijzonder schilderachtige naam, Mareneve (Zee van Sneeuw), die leidt naar de skigebieden van Piano Provenzana. De weg klimt tegen de hellingen van de vulkaan op en we rijden ongeveer 5 km langs oude ezelpaden en oude steenkoolwegen tot we op 1.150 m hoogte de Case Pietracannone bereiken, waar we de off-road route naar de Valle del Bove nemen.
Monte Fontane
We passeren de berghut Pietra Cannone en duiken het kastanjebos in, langs een oud ezelspad. We komen kersen- en pumacola appelbomen tegen tot we de lavastroom van 1979 bereiken, waarlangs we bergopwaarts lopen en dan de Valle del Bove zien.
Over een nog kleiner pad gaan we richting Monte Fontane in de dichte begroeiing.
Bove Valley
Op de top komen we een van de monumentale bomen van de Etna tegen, de Cerro di Monte Fontane, het oudste exemplaar van de Quercus cerris eik op de Etna Oost, naar schatting 400 jaar oud.
Dan verlaten we plotseling de vegetatie aan de zuidkant van de top van de Monte Fontane en staan we voor een enorme ruimte, als een halfronde holte, die doet denken aan een ketel. We staan voor de Valle del Bove. Als vanaf een tribune kunnen we een enorm natuurwonder aanschouwen, een vallei die met zijn 35 Km² de hele oostkant van de vulkaan heeft uitgesleten.
We bewonderen een helling vol lavastromen die als onbeweeglijke stenen tongen getuigen van hoe de activiteit van de vulkaan in slechts een halve eeuw dit grote oppervlak heeft bedekt.
Op 5 april 1971 ontwikkelden de eerste scheuren zich tot de eruptieve activiteit die de Zuidoost-Krater deed ontstaan. Eén voor één zijn de lavastromen in de Valle del Bove gestroomd en hebben ze de rijke vegetatie opgeslokt die vroeger de vallei vulde. Als je goed naar het uitzicht kijkt, zie je nog steeds de vroegere structuur van de Etna, die ongeveer 8000 jaar geleden instortte en de vallei zijn vorm gaf.